Een zout zal in de vaste vorm geen stroom geleiden omdat de ionen aan een vaste plaats gebonden zijn en zich dus niet kunnen verplaatsen onder invloed van een spanningsverschil. In opgeloste toestand zijn de ionen (gehydrateerd) vrij van elkaar en de stroom kan dus wel geleid worden.
Moleculaire stoffen, zoals suiker, geleiden ook in opgeloste toestand geen stroom omdat moleculaire stoffen niet uit geladen deeltjes zijn opgebouwd.